In
1935, terwijl Jawa de 175, twee 350's en de kleine auto al in de
produktie had, werd er nog een nieuweling geintroduceerd, een 2 takt
Jawa 250. Met dit model
begon het tijdperk van diverse 250's, welke later na de oorlog, Jawa
beroemd maakten over de hele wereld. De allereerste verscheen in de
lente van 1935 op de markt, de 175
opvolgend, om hiermee de hoofdmoot van de produktie te vormen.
Het was een 2 takt ééncilinder met een inhoud van 248 cc (63 x 80) en
een vermogen van 9 pk (6,6 kW) bij 3850 t.p.m. Het zevenpoorts omkeerspoelsysteem
(Schnurle) verving al snel de originele Villiers uitvoering met
verbeterde spoeling en de vlakke zuiger. Het motortje had een Villiers
(later Gratzin) karburateur en 2 uitlaatpijpen, eindigend in platte
dempers. De 3 versnellingsbak werd via een handle met de hand bediend,
maar pedaalbediening was ook mogelijk. Het frame was gebaseerd op het
beproefde koncept, wat bij de 175 en 350 modellen werd gebruikt. De
inhoud van de tank was 10 liter (mengsmering 1 : 25), het gewicht 95
kg, de topsnelheid 100 km/u en het gem. verbruik 3 liter per 100 km.
Deze nieuwe motorfiets kostte 5490 Kronen en bracht aardig wat
opschudding teweeg op de markt. Het was dan ook geen wonder dat het
nieuwe model snel aan populariteit won. Tot aan 1946 zijn er 14000 van
dit type gemaakt. In het begin werd de 250 uitgerust met het Villiers
blok met de vlakke zuiger, maar dit koncept faalde. De motoren leden
aan oververhitting en hadden een hoog brandstofverbruik. Konsequent
werd het idee van een andere Villiers licentie afgewezen en het
betrouwbare Schnurle systeem ingevoerd. Ondertussen werden geleidelijk
veel verbeteringen doorgevoerd. Zo kreeg de 250 in 1936 een nieuwe
Amal karburateur, had het 1937 model een langere tank en een nieuwe
handbediende 4 versnellingsbak met geleider aan de tank i.p.v. het
oude systeem, gemonteerd aan de versnellingsbak. De platte knaldempers
werden vervangen door ovaalvormige dempers met de typische visstaart
uiteinden. Er werd ook een klein aantal "Mountain
Modells" gemaakt, met een tweede vliegwiel buiten het karter
onder de afdekking voor de primaire ketting aan de linkerkant van de
motor.
|