VERHALEN 
           VAN   
         RIJDERS    
Het waarmerk JAWA in een ovaal met de hoofdletters F J werd in de reklame benadrukt met "Jakost, Rychlost, Radost".
Dit betekent simpelweg; "Kwaliteit, Snelheid, Vreugde".

Tripje Polen

Ja die hadden jullie nog te goed. Maar het is wel een tijdje terug dus ik zal nog even wat vooraf ging vertellen.

We begonnen de trip met een bezoek aan een MZ c.q. voormalig DDR techniektreffen. Na dit treffen keerde Rene Dubie en Wouter Blom over de Duitse autobaan huiswaarts. Met Frits Jansen, Bart Brandon, Coos de Jong Marcel van Ingen, en ik (Cees de Groot) gingen we door voor Polen. Rene en Wouter hebben hun eigen avonturen beleefd waarbij Rene bewees dat je een motor met vette smering ook kan vast laten lopen als je maar flink blijft raggen. 

De Poolse Grens.

Bij de Poolse grens werden we met uitgerolde lopers verwelkomt. Ze waren niet rood maar zwart, maar het mag de pret niet drukken. Of we ook nog onze voeten wilde vegen aan die matte? Ja natuurlijk, zeker een Poolse welkoms gewoonte. Maar nee de matten lagen er niet om ons te verwelkomen maar voor het buiten houden van de MKZ en andere veeziekten. Nou ja paspoortje zwaaien en we mochten door. Meteen na de grens staan we onze reispapieren weer op te bergen als we de aandacht trekken van een douanier en een camouflagepak met rode baret. Verdorie straks moeten we alles nog uitpakken. Maar gelukkig de aandacht van de rode baret gaat vooral uit naar de Calafornian van Coos. In steenkolen Engels en bradwurst Duits worden wat gegevens uitgewisseld. “Of ik de pilot ben” vraagt de baret wijzend om mijn tanktas met kaart. “Mz besser dan Jawa” knikt de Baret. Ja zeg nu moet je ophouden, ik reed toen nog op ZB2. “Nou het zou kunnen maar de Mz’s rijden wel braaf als schapen in het midden. Vooraf gegaan door een Jawa en voor de afdwalende schapen een Jawa om ze weer op het spoor te brengen. Zal waarschijnlijk aan de volksaard van de makers liggen. Dit alles in mijn beste Duits en Engels. Ik weet niet of de baret het heeft begrepen of dat het mijn uitspraak was maar lachend neemt hij afscheid.

Gas erop de Poolse wodka lokt net als de onbekende Poolse wegen. Richting Szczecin en dan richting Gorzow Wlkp. We krijgen het al gauw voor de kiezen of beter voor de banden. Poolse wegen zijn zwaar bereden en spoorvorming is er het woord niet voor. Het is meer geul rijden. De spoorvorming wordt gelukkig goed aangegeven. Er is een speciaal verkeersbord voor, driehoekig met een horizontale streep. In de streep zitten twee uithollingen. Het wordt echter pas echt leuk als op het bord óók een dansend autootje is te zien. Dan lijkt het alsof je tussen twee stoepranden rijdt met evenveel tussenruimte als een vrachtwagenband breed is. 
De oplossing ligt gelukkig voor de hand. Gauw van de doorgaande route af en je rijdt op lekkere, rustige en redelijk onderhouden wegen. “Weg van de snelweg”. Polen is een rustig land met een gastvrije bevolking. Die de “westerlingen’ graag ziet komen, en zeker niet alleen voor het geld. Ze vinden het gewoon leuk. Voorbeeld:

NEEM MAAR MEE.
In de eerste stad die we doorkruisen ontwaren we zowaar een flappen tapper. Snel even proberen. En zeker de flappentapper spuugt een lading Sloties uit. Handig Frits gaat meteen in een kiosk wat scheermesjes kopen. Wel scheermesjes maar geen wisselgeld. De kioskhouder heeft niet terug van de forse Slotie flap die Frits hem voorhoud. Nou jammer denkt Frits dan maar een baard. Maar nee de kioskhouder vindt een ongeschoren Frits niet aanvaardbaar. Frits mag de scheermesjes gratis meenemen. Zó kom daar maar eens mee aan in Nederland. Als we later wat gegeten hebben lopen we nog even langs de kiosk om alsnog gepast te betalen.

                Maar de toon is wel gezet. Polen zijn gewoon aardige lui.

KAMPEREN.

Maar door, we moeten ook nog een camping vinden. Frits ziet bij Skwerzyna een bordje camping dus die kant uit. Ná twee uur rijden vragen we ons af of Frits soms een vuiltje in zijn oog heeft gehad. Gelukkig komt eindelijk een  andere verwijzing in beeld. Nieprueszewo. Een camping aan een meertje. Achter het toegangshek ziet het er érg rustig uit. 

De receptie/ijsverkoop is open en de leuk ogende receptioniste spreekt een aardig woordje Engels. De camping is eigenlijk dicht, maar voor ons gaat hij open. Dit levert een leuk ding op. We krijgen de sleutel van het toiletgebouw en hiermee een privé sanitair. Niet nieuw maar wel schoon én warm water. Tenten op en lekker uit rusten? Nou ja rusten. De camping bestaat eigenlijk uit een stuk gemeenteplantsoen waarover de bewoners van de plaatselijke wijk naar het meer lopen. Niet erg, nette mensen met gezinnen. In gezinnen zijn kinderen en vooral op jongens hebben 5 bepakte en reizende motorrijders een sterke aantrekkingskracht. Eén is grappig, twee,drie maar alras voelen we ons een stel ontdekkingsreizigers in Afrika van 300 jaar terug. Een hele horde jongens zit braaf om ons heen. Alles wordt met grote belangstelling gevolgd en van Pools commentaar voorzien. Als we met behulp van de kaarten laten zien waar we vandaan komen zijn ze erg enthousiast. Oh Nederland, nee dat hebben ze op school geleerd. Als Frits vakkundig een shakie rolt en opsteekt hoor ik tussen het Poolse gebrabbel toch iets van “drugs, hash”. Vraag me af wat er over Nederland geleerd wordt op een Poolse school?
Een fan is leuk maar zo’n horde wordt toch vervelend. Als de receptioniste langskomt, vragen we om enige bemiddeling. Met de belofte van een ijsje wordt de hele bende afgevoerd. “Ja sorry hoor, legt ze uit, maar ze zijn niet gewend om zoveel motorrijders te zien”.  Dat blijkt te kloppen. In de rest van de vakantie zien we praktisch geen enkele motorrijder.

POZNAN

De volgende dag weer verder en komen we er achter dat je in Polen verschillende campings hebt. Campings met buitenhuisjes, wij zouden zeggen een volkstuincomplex. Maar zeker geen overnachtingsmogelijkheid voor kampeerders. Gelukkig weet een aardige Poolse wel een behoorlijke camping voor ons in Poznan. Wij op weg, zien onderweg nog een echte non en een Poolse postbesteller op een echte Poolse dienstmotorfiets. Nonnen zien we later wel vaker maar Poolse motorfietsen niet meer.

In Poznan echt een zeer fraaie camping annex bungalowpark,  nabij een wedstrijdroeibaan, sportcomplex en dierentuin. In Poznan wordt op dat moment een cultureel festival gehouden. ’s-Avonds wordt er druk langs het meer geflaneerd in afwachting van allerlei voorstellingen. Zelfs Circus du Solei treedt op. Hartstikken leuke sfeer en mensen. Na de laatste voorstelling gaan we naar onze tenten voor een welverdiende nachtrust. Helaas niet de gezellige feesttent blijkt ’s nachts te worden gebruikt als discotent. We houden het nog één nacht langer vol, er is een motor/automuseum, maar dan willen de meeste toch door. Coos en ik willen de nachtrust wel opofferen voor al dat cultuur maar de andere hebben genoeg van de klopboren muziek,

SCHEIDING.

Dan gebeurt wat we altijd hebben geroepen maar nooit hebben gedaan. Iedereen gaat individueel mee en niet iedereen hoeft te doen wat alle andere doen. Coos blijft cultuur en wil wat meer van Polen zien dan het asfalt onder zijn wielen. De andere kriebelt de horizon én een goede nachtrust onder de leden. Ik twijfel sterk cultuur of horizon maar de horizon wint.

Naar het Reuzen gebergte. Karkonose geheten in het Pools. Een jeugd vriend van mij schijnt daar een pension/camping te hebben. Dus ronken. en roken naar de overbekende plaats Wlen.

HOZEN en KLEI

Het blijkt lekker scheuren te zijn op de drie baanswegen. Je moet wel oppassen maar zelfs onze zwaar beladen lichte machientjes kunnen zich goed weren. Frits en ik krijgen er steeds meer lol in zo veel mogelijk op snelheid te blijven. Polen blijken hierin trouwens vriendelijke verkeersdeelnemers die je de ruimte gunnen.

Tegen het einde van de dag begint de zon te verdwijnen. De beschermgeest van het Reuzengebergte ziet ons kennelijk niet graag komen en een enorm onweer met bakken water wordt ons toegezonden. Moedig houden we vol. Wegen worden beekjes en beekjes worden stromen. Zo naderen Jelenia Góra. Bij een benzinepomp zoeken we wat bescherming en kunnen we de kaart droog omvouwen. Wlen moet in de buurt zijn. De pomphouder onderbreekt het opdweilen van het hemelwater dat nog steeds uit onze pakken druipt. Ja Wlen die kant op. Met Djankoeja gaan we de inmiddels droge buitenlucht in. Na nog heen en weer rijden en wat lastig vallen van Polen vinden we eindelijk Wlen. Na nog veel meer gezoek vinden we Marczow dat geen straat maar een dorpje buiten Wlen. So de dinges kon die gozer niet een boordje op hangen. Via een bospaadje bereiken eindelijk de camping. Wel eens een camping op een 14 % helling zien staan met als toegangsweg een aangereden kleiweg. Lopen of rijden? Maar volgens Frits moet het best kunnen. Met veel gas erop naar boven. 8, 9 meter gaat het nog maar dan zit de klei in het profiel van de band. Met veel slip op de koppeling, de achterband slipt vanzelf kom ik toch boven. Ja Z.B.2 heeft het gered, Jawa! Bart met zijn Mz komt op driekwart en moet  het laatste stuk duwen. Frits kan niet achterblijven maar helaas met een geweldige slip belandt hij halverwege met de Mz op de inrit naar de paardenstal. Marcel besluit zijn Mz beneden te laten staan en zijn spullen naar boven te sjouwen. Heel verstandig, de volgende dag brengen we de motoren een voor een met een driemansbegeleiding naar beneden. Niemand durft de helling af.

Samenvatting van Polen.

Na een paar dagen gaan we door naar Čzechie dus geef ik hier een samenvatting. Polen is een leuk land met een aardige bevolking. Het is duidelijk geen massa toerisme maar wie leuke weggetjes zoekt om te dwalen. Dorpjes en cafeetjes om te bezoeken. Én er oog voor heeft kan nog veel ontdekken. Polen is sterk in de overgang van communistische naar kapitaal en de tegenstelling zijn daar door groot. Verlaten treinbanen, vervallen herenboerderijen naast mooie monumenten en moderne horeca. Polen is ten opzichte van bijvoorbeeld Čzechie zelfs netter. Geen ladingen hoeren langs de weg en porno bij elke benzinepomp.Dit laatste zal niet voor iedereen een pré zijn maar voor mij wel.

Mz fabriek

Door het Reuzengebergte via Čzechie naar Duitsland. Tenslotte willen de Mz´ers onderons even langs hun heiligdom. De oude fabriek staat er nog maar wordt gedeeltelijk gebruikt als disco. Maar er blijkt nog een Mz liefhebber in de beurt te wonen. Deze heeft erg veel Mz onderdelen maar schat onze liefde voor Mz ook hoog in. Hoger dan het niveau van onze portemonnee. Dus geen zaken maar wel een erg apart Mz Een eigenbouw Mz diesel. Kan dat worden gestart. Ja zeker en even later pompt een unieke Mz een zeer aparte walm naar buiten. Zeg geachte zelfbouwer wat voor diesel gebruik jij eigenlijk, want deze geeft wel een apart aroma af. Wat blijkt diesel is voor de trotse eigenaar te duur hij rijdt op rapenolie. Frituurvet moet volgens hem ook kunnen. Oke motorrijden hoeft niet duur te zijn. Toch denken we niet dat het een serie productie zal worden. Onze zelfbouwer heeft nog een verrassing voor ons de nieuwe Mz fabriek staat bij hem aan het eind

van de straat. Verdomd als het niet waar is. Jammer alleen dat het laat is. Toch gaat Frits noeg even langs of we misschien binnen mogen kijken. Helaas op de portier na is iedereen al naar huis. Maar we kunnen het morgen nogmaals proberen. De volgende morgen gaan we op goed geluk langs. Het ligt toch op de route naar het motormuseum dat we willen bezoeken. Brutale Hollanders hebben toch maar de halve wereld. Krijgen we een rondleiding door een Nederlander (Brabander) die bij Mz werkt. Niks geheim en alles mogen we bekijken. Elektrisch aangedreven stepjes snorren ons voorbij. Een Mz Sorpio wordt voor onze ogen gemonteerd. Volgens de Nederlander wordt er hard gewerkt aan een geheel eigen 4 takt Mz van 1000 cc want Duitsers houden van grote ballen. Tot die tijd is het veel emballage werk maar wel met een sterke controle. Kan wel kloppen want er staan heel wat retourbakken met afgekeurde onderdelen.

Met veel dank je wel´s gaan we weg. Leuke gozer, leuke fabriek. 

Afronding.

Nou ja aan alles komt een eind ook aan deze leuke rit. Was al weer in 2001 en het is inmiddels 2002 als ik dit opschrijf. Natuurlijk niet alles verteld maar als je meer wilt horen dan schiet je me maar een keer aan.

Cees de Groot

hallo, vooreerst, proficiat met je site, het is zowat de enige waar ik wat techniekinfo vond, bedankt daarvoor.  Nu mijn verhaal: 

Toen ik 14 was kreeg mijn vader een cz 125cc sport te pakken, hij had die geruild voor een oude autozetel, na veel sleutelen kreeg hij die gestart, en heeft hij mij leren rijden met dat ding, na een paar jaar kregen we spijtig genoeg een breuk in de cilinder.
Omdat mijn vader niet direkt nieuwe stukken vond heeft hij de moto maar in een stal gestockeerd met het idee om hem later te herstellen, 15 jaar later was daar nog niets van gekomen, ik heb sedert 5 jaar de oren van mijn vader zijn hoofd gezeurd om die aan mij te geven, en nu heb ik hem eindelijk, maar in wat voor een staat!

Het voorwiel ontbreekt, de motor ligt gedeeltelijk open( godzijdank staat hij niet vast)de vering ontbreekt en er is roest alom. Daar ik niet wist welk model het was ben ik gaan zoeken op het internet en heb ik gevonden wat ik zocht, ik ben bijna zeker dat het hier gaat om een gewijzigd model uit 1976 type 476/477

Nu heb ik de motor volledig gedemonteerd en kan ik hem eindelijk geven wat hij verdient, een revisie

Nu komt het probleem: waar vind ik in godsnaam info en stukken die niet zover van mijn huis liggen? De carrosserie is geen probleem, die kan ik zelf herstellen, de andere stukken zijn wel een probleem, daar mijn vrouw mij nu al gek verklaard om zo'n (oud roestig ding) moto te willen herstellen, zal ik de restauratie moeten verdelen over een grote tijdspanne, en zien dat ik niet teveel geld in 1 keer spendeer
Nu mijn vraag: ben ik gek om hem te restaureren, kan ik info vinden en stukken?

mocht u enige info kunnen geven, dan zou ik u heel dankbaar zijn.

Devriese Rocco,  Meulebeke,  Belgie.   icerode@hotmail.com   5-10-2002

 
LS
Ongeveer 26 jaar geleden had ik een JAWA 250, natuurlijk een rooie. Op vakantie naar Belgie, scheurt ons de tank in Luik !
Vette walmen, mengsmering over het hete blok. Na drie dagen bracht de ANWB, waar ik toen net lid van was, een tweedehans tank. Werd ook tijd, want de hotelrekening werd voor een arme student wel wat hoog.
Mijn jongere  broer heeft er ook nog op gereden, nou hij heeft er eigenlijk mee gezwommen, hij dacht even door een plas te rijden, het water kwam echter tot zijn middel. Al sputterend toch nog thuis gekomen, koplamp geopend, daar kwam toch een plens water uit. Later heb ik de JAWA verkocht.
Op een Motormarkt in Hardenberg kwam ik hem jaren later weer tegen. Eigenlijk had ik dat rooie pruttelende tweetaktje nooit weg moeten doen. Daarom vind ik het zo leuk dat ik nu op Internet weer wat over JAWA ontdek.
Hartstikke professionele site. Ik denk dat menig (oud) JAWA rijder hier veel plezier aan zal beleven.
Je staat in mijn favorietenlijst hoor ! 

HGJ Leferink


Velorexleed.

Voorjaar 1999 kreeg ik kontakt met ene Jeroen, woonachtig in Tsjechie. Mijn wens was een mooie Velorex te bezitten en die wens kon hij vervullen voor f 2500,00. Na enig heen en weer gebel en gefax, had hij er een voor mij gevonden. Per fax liet hij me weten: Velorex in goede originele staat, banden en ketting in uitstekende staat, bekledingsdelen zijn goed, origineel,zonder scheuren en gaten, zitbankje en dak netjes en onbeschadigd. Technisch in goede staat. Kortom, instappen en wegwezen, zo meldde hij. een goede vriend had me verteld dat ik daar vanuit kon gaan. Mijn doelstelling was, een Velorex waar niet te veel aan hoefde te gebeuren. Het geld moest vooruit worden betaald. De gevraagde foto's heb ik niet gekregen. Voor ik het wist stond hij in Nederland.

De ontnuchtering was groot toen de Velorex in Utrecht uit de vrachtauto kwam. Het was gewoonweg een wrak, dat volledig moest worden gerestaureerd. Scheuren in de bekleding, dak, bankje. Banden tot op de draad versleten. Starten deed het ding pas na een kilometer duwen, de dynastart ontbrak, uitlaten verrot, speling op stuurinrichting en alle wielen. Voor dit projekt heb ik absoluut niet de tijd. Na anderhalf jaar heb ik het ding gelukkig kunnen verkopen. Ook deze koper schrok behoorlijk toen hij de staat van de Velorex aanschouwde, maar zag er wel brood in. Ik ben nu een illusie armer, maar een ervaring rijker. Ik heb deze Jeroen op dit bedrog aangesproken, maar hij is van mening dat het om een ontzettend mooie Velorex ging. Mijn vriend heeft nog ruim een jaar geprobeerd verhaal te halen, maar helaas was de vogel gevlogen. In Tsjechie spoor je niet zo gemakkelijk iemand op en zeker niet als hij niet gevonden wil worden. Ik heb gehoord dat hij nog steeds Velorexen verkoopt en wil met dit verhaal de mensen waarschuwen om toch vooral goed uit te kijken alvorens via Jeroen een Velorex aan te schaffen. De prijzen worden steeds hoger en de kwaliteit steeds minder.  

Jelle van der Veen.  

VIJFDE VOORJAARSBIJEENKOMST IN  BOSKOVICE.

Mei 2001 

Bij mij en mijn vrouw, in het schilderachtige Maassluis gelegen aan de Nieuwe Waterweg tussen Rotterdam en Hoek van Holland, begonnen eind april de VELOREX kriebels al weer flink op te spelen. In het eerste weekeinde van mei immers, zouden wij onze Tsjechische VELOREX vrienden weer ontmoeten.
Nadat wij op Koninginnedag in Vlaardingen,  met andere oldtimers,  nog acte-de-présence hadden gegeven, hebben wij ons troetelkind opnieuw gepoetst, gepakt en gezakt op de oplegger gereden,  om weer vroeg de andere ochtend naar Tsjechië te kunnen vertrekken.  Onze eerste overnachting daar, is altijd in Jáchymov, ongeveer 25 kilometer verwijderd van Karlovy Vary; het vroegere Karlsbad.  Daar verzamelen wij altijd om na een paar dagen, met nog meer Nederlanders, al dan niet met hun VELOREX, richting Boskovice te vertrekken. Op donderdag verlieten wij Jáchymov met 3 Velorexen en 5 auto’s met toeschouwers. Na een rit van ongeveer 380 kilometer kwamen wij aan het einde van de middag in Boskovice aan en werden hartelijk ontvangen door de eigenaar van het pension Zlata Ruze en zijn zonen.  Deze zijn tevens de organisatoren van de grootste Velorex bijeenkomst in Tsjechië en misschien wel van de wereld. Na het nodige handen schudden en kussen,  kwamen bij de pivo’s de sterke verhalen weer los. Altijd met als onderwerp; de VELOREX.

Vrijdag is altijd de dag van aankomst voor de Voorjaarsbijeenkomst en worden de deelnemers ingeschreven. Het is altijd een heerlijk gezicht om al die Velorexen te zien aankomen, te fotograferen of op video vast te leggen. Je komt dan ogen te kort. Een gedeelte van de deelnemers gaat daarna naar een camping in de buurt of naar de plaatselijke pensions en hotels. Tot onze verbazing bleek er zaterdagochtend, toen wij voor het ontbijt nog even een rondje over de parkeerplaats deden, dat er nog een Velorex aangekomen was. De "beauty" stond nog op de aanhanger en op die aanhanger zat een sticker uit Heerde in Nederland. De nieuw aangekomene bleek onze goede vriend Edward Vordenman te zijn, die vrijdagmorgen was vertrokken en in die nacht was aangekomen. Zijn komst was ook voor ons,  een aangename verrassing.

Zaterdag vanaf tien uur,  werden de deelnemers verwacht voor een eerste proef. Een tijdrit tegen dezelfde berg op,  als twee jaar geleden. Nu was echter de eis,  dat met een gemiddelde snelheid van 20 kilometer gereden moest worden. Wij hoorden dit pas bij de start via een briefje waarop de starttijd en afstand stond vermeld. Zelf moest je dan snel uitrekenen op welk tijdstip je moest proberen te arriveren. Aan de finish zou blijken hoeveel te lang of te kort,  je over de afstand had gedaan en dan zou je in de gelegenheid gesteld worden je tijd te corrigeren door te schieten op een rad van fortuin.  Wij hadden onze rekensom niet goed gemaakt en mijn passagier, die het wel "kicken" vond  om op het rad te schieten; maakte ons resultaat alleen nog maar negatiever.  Onze volgende proef was om na ongeveer 2 uur rijden en kaartlezen, bij een openbare werkplaats tussendoor even een wiel te demonteren, daarmede 200 meter hard te lopen, daarna een bel te luiden,  het wiel opnieuw  te monteren en wegwezen.  De passagier moest in die tijd een VELOREX tekenen.  Dat tekenen ging goed en een wiel (de)monteren kan ik wel met mijn ogen dicht; dat hardlopen daarna was heel wat zwaarder. Toch bleek ik achteraf van alle Nederlanders nog de snelste tijd te hebben gemaakt. Dat viel dus wel mee.

Na weer een puzzelrit van ongeveer 40 kilometer, kwamen we bij de alcohol test.  Hier moesten wij drie borrelglaasjes van verschillende modellen vullen met  20 cc wodka.

Ook hier kon je weer schieten op een rad van fortuin,  na het al dan niet nuttigen van de inhoud van de drie borrelglaasjes.  Na ongeveer 1,5 uur puzzel rijden,  kwamen we weer in Boskovice aan.  Wij waren intussen weer toe aan een aantal pivo's, want de andere dag zou vanaf ongeveer 10 uur het hoogtepunt beginnen met een stadsrit met 184 Velorexen.  Om 9 uur is het dan verzamelen en opstellen op de parkeerplaats. En wat je dan ziet??..???  De ene Velorex is nog mooier dan de andere. Mooier vaak dan ze ooit zijn geweest in de vijftiger en zestiger jaren. Er waren vreemde Velorexen,  met waterkoeling; sommige met verwarming, in het leer, als lieveheersbeestje of snelheidsmonster. Ook Velorexen echter,  die zo weer aan het dagelijks verkeer zouden kunnen deelnemen. Een happening van de eerste orde allemaal. U kunt rustig van mij aannemen,  dat het heerlijk is om een stadsrit met 184 Velorexen te maken, alles gehuld in een blauwe tweetakt-walm, door een met politiebegeleiding afgezette stad.  De bewoners van Boskovice vonden het prachtig allemaal en zwaaiden ons enthousiast toe. Door ons werd natuurlijk luid getoeterd en teruggezwaaid.  Een compleet feest!

Na aankomst op de parkeerplaats, werd het voor iedereen Velorexje kijken. Het is dan net of er zwermen bijen op een honingpot afkomen. Zoveel mensen komen op de Velorexen af. Opa's met kinderen en kleinkinderen, die dan zittend in een Velorex een foto willen maken. Wij Hollanders dienen dan steeds weer de vraag te beantwoorden waarom wij met onze Velorex helemaal naar Boskovice zijn gekomen.  Om half twaalf was aansluitend de prijsuitreiking. Een grote  bloempot,  met daarboven een Velorex is bijna mooi van lelijkheid.  De winnaar echter is de koning te rijk!

Na de prijsuitreiking gaan de mensen zoetjes aan weg en velen moeten dan nog honderden kilometers rijden naar hun thuis in Tsjechië of ver daarbuiten.

Wij hebben genoten van deze vijfde voorjaarsbijeenkomst in Boskovice en zullen graag ook weer de zesde, volgend jaar, bezoeken. 

Indien u toegang heeft tot het Internet moet U eens kijken op VELOREX.COM. 
U ziet dan onder meer vele foto's van de voorjaarsbijeenkomsten in Boskovice.
 Meer weten? Bel gerust Rob Post 010-5928780 (liefst na 19.00 uur). 

Rob Post, Rotterdam.


Felicia story,

Ongeveer 20 jaar geleden kocht mijn broer een motor om aan te sleutelen. Een Jawa Californian uit 1972. Dit is natuurlijk nog geen Skoda, maar zo is het wel begonnen.

Op die Jawa heb ik mijn motor rijbewijs gehaald. Maar natuurlijk wilde ik als 18 jarige niet Jawa gaan rijden. Een Yamaha XT kwam er. Toch kreeg ik op een gegeven moment weer heimwee naar die Jawa van mijn broer. Een Jawa kwam er, een 634 van 1976. Heel veel plezier van gehad, nooit problemen. Mijn broer wilde zijn Californian, die in kisten op zolder stond, wel aan mij verkopen. De restauratie begon. Het Tsjechische product stond mij wel aan. Toendertijd reed ik met het gezin rond in een Lada, eerst een 2105, later tweemaal een Samara. Er kwam zelfs nog een Jawa bij, een 175 cc met als bouwjaar 1957. In Tsjechie een mooi aanhangertje gekregen van een goede kennis. In dat jaar was ik daar op vakantie. Mijn kennis had net een nieuwe Felicia Combi gekocht. Een schitterende auto vond ik. Dus toen ik aan een nieuwe auto toe was werd het een Felicia Combi. Nog steeds geen moment spijt van gehad. In die tussentijd had ik een Velorex gekocht. Dat vond ik een schitterend wagentje. Echter, van restauratie kwam niets vanwege tijdgebrek. En omwille van de gezinsuitbreiding was de Velorex toch niet bepaald handig. Je kunt nu eenmaal maar met 2 personen in het ding, hoewel Tsjechen het wel voor elkaar krijgen om er kinderen in te vervoeren. Uiteindelijk de Velorex toch goed verkocht. Inmiddels was ik al geruime tijd op zoek naar een ander klassiek vervoermiddel, waar wel meer personen in kunnen. Het moest een cabrio worden. Helaas zijn maar weinig cabrio’s geschikt om meer dan 2 personen te vervoeren. Alsof het lot beschikte, ontdekte ik bij een goede vriend in een klassiekerblad een advertentie van een Felicia. De vonk sprong meteen over. Gebeld, gekeken, nogmaals gekeken en uiteindelijk gehaald. Uit Heerlen, dat wel. Een wereldreis. Maar omdat ik voor mijn werk wekelijks in de buurt was, was dat geen probleem. Een proefrit gemaakt, prachtig. Wel even aanpassen natuurlijk, tenslotte is het geen moderne auto waar je zo in weg rijdt. De koppeling was even wennen en natuurlijk het "verkeerd om" schakelen. Maar dat was ik al gewend van mijn Jawa’s. Tsjechen zijn  toch wel eigenzinnig. Koop gesloten. Trouwens, hij moest en zou mee naar huis, ongeacht de prijs.  Echt goedkoop was hij niet, tenminste als ik de prijs vergelijk met wat er in de almanakken staat vermeld. Dan de rit naar huis, bijna 300 km. Op de snelweg keurig 90 gereden, harder wilde ik niet, want je waait bijkans uit de auto. En omdat mijn passagiers nogal wat zaten te stangen, wilde ik de cap niet sluiten. Zelfs niet toen het later op de avond toch wel erg fris werd.
Op de snelweg bleek duidelijk dat de km teller toch te weinig aan geeft, tenminste de vrachtwagens denderden voorbij. Vanuit zo’n kleine cabrio ziet zo’n kolos er wel heel erg groot uit en geeft een naar gevoel in de maagstreek.

Om het gezin te kunnen vervoeren heb ik op de passagiersstoel een heupgordel laten monteren. Hieraan kan een autostoeltje worden bevestigd. De kleine meid zit dan prinsheerlijk voorin, lekker hoog en ziet alles wat er om haar heen gebeurt. Vanwege mijn lange benen heb ik niet echt veel ruimte en vraagt in en uit stappen toch een speciale techniek, maar het rijdt schitterend. Bij ons in Friesland, zo tegen de Drents/Groningse grens hebben we heel veel kleine landweggetjes, waarvan ik het bestaan niet eens vermoedde. Ideaal om met een gangetje van 50 tot 60 km/uur over te tuffen. Af en toe natuurlijk wel een haastige  wegpiraat die je luid toeterend voorbij scheurt, maar dat mag de pret niet drukken.

Nu maar hopen op veel mooi weer deze zomer.    Jelle van der Veen  Waskemeer.

Het Jawa virus en de Californian

Mijn eerste ervaring met de Jawa Californian was toen mijn 2 jaar jongere broer, nu ongeveer 20 jaar geleden, een Californian 248 c type 590 uit 1972 kocht. Van een schoolkameraad voor f 125.-. Beiden mochten we nog niet rijden, maar ik was net 18 en heb toen les genomen. Toen kon je nog gewoon een oefenvergunning halen bij het politieburo, L bordje erop en karren maar. Wel in je eigen gemeente natuurlijk, maar dat mocht de pret niet drukken. Direkt aangevraagd voor het rijexamen en bij dezelfde rijschoolhouder nog 2 maal een halve motorrijles genomen. Wel even wat anders dan tegenwoordig met minimaal 10 lessen. De instrukteur reed toen achter mij op een motor en gaf af en toe wat aanwijzingen. Na het behalen van het rijbewijs heb ik nog ruim een jaar op de Californian rondgereden zonder problemen. Helaas voor mijn broer begaf de elektrische bedrading het toen het zijn beurt was om af te rijden. Dus weer opnieuw aanvragen. In die tijd had ik net een XT 500 gekocht, toen in mijn ogen "het betere werk". Langzaam verdween de Californian uit beeld. Ook mijn broer kocht iets met veel meer vermogen.
Na een aantal jaren niet te hebben gereden, begon het motorbloed weer te kriebelen. Omdat er niet veel geld was, moest het een Jawa worden. Gezocht werd naar een Californian, maar uiteindelijk werd het een 634.
Het virus sloeg toe!!
Doordat ik niet veel van Jawa's wist werd er kontakt gezocht met een Jawa klub, alleen bestond die helaas niet. Dus danzelf maar een klub oprichten, wat zo na een jaar ook daadwerkelijk lukte met behulp van andere, zeer gedreven, mensen. Mijn broer bleek ergens op zolder geheel gedemonteerd en totaal verroest de oude 250 er Californian nog te hebben. Deze heb ik onmiddellijk over genomen en ben direkt met de restauratie begonnen. In de tussentijd werd ook nog een Jawa 356 op de kop getikt waar ik in Tsjechië een PAV aanhanger voor heb gevonden.
Nu ongeveer 8 jaar later rijdt ik weer op de Californian. Helaas is hij vanwege tijd- en onderdelen gebrek nog niet 100 %, maar het rijplezier is er niet minder om. Het motorblok is niets aan gebeurd en draaide direkt na 16 jaar van stilstand perfekt.
Jelle van der Veen.

     

Motorcamping de Toerstop     (van de originele auteur, Cees)

Op velerlei verzoek, het was er minstens een, is Sjors weer achter het teksthulpmiddel gaan zitten.. Want waren Sjors, Sjimmie en Heertje al druk bezig om de omgeving in een blauwe walm te zetten. Op zaterdag kregen zij hulp van het duo de Generaal en motoragent Dreutel. Niet dat deze twee niet genoeg aan elkaar hadden maar ze hadden ook de kinderen van Truus meegenomen. (Verplichte oppasbeurt.)

De twee dachten snel wat te kunnen smokkelen door hun ouwe Čz schrootbakjes op een aanhanger mee te nemen. Mooi niet! Afladen en auto met aanhanger ergens ver weg uit het zicht parkeren. Maar ja, hoe krijg je dan die hele kampeeruitrusting de camping op? Dat werd dus, onder aanmoedigende kreten van de anderen, driftig heen en weer lopen met arme vol spullen. De aanvang van de rondrit werd hierdoor wel vertraagd maar die tijd vulden Sjors, Sjimmie en Heertje op met het drinken van sterke koffie en even sterke verhalen. Maar uiteindelijk: daar ging de stoet. Een Jawa, twee Čz’s en twee Mz’s. Na het oversteken van de Maas wachten al de eerste lokale verrassing. De Hertog Jan Stoom Bierbrouwerij. Links van de weg de brouwerij, rechts het café en als verbinding daar tussen een mansdikke pijpleiding met de tekst “hier stroomt Hertog Jan Bier”. Sjors was niet meer vooruit te branden. Met opengesperde mond liep hij onder de pijp heen en weer. Op zoek naar een al dan niet spontaan gat. Helaas dromen zijn geen realiteit. Sjors moest zijn biertje gewoon in de kroeg kopen. Maar voort, Sjimmie had/kreeg toch al een punthoofd van al dat gezuip. (Of er geen ander vermaak bestaat Mopperde hij elke ochtend!)

Dus werd de hele stoet weer in beweging gezet. “Kijk een leuk weggetje, met de inspirerende naam “Smokkelaarspad”. Dat leek Sjors als voorrijder wel wat. Het asfalt werd grind het grind werd zand, en de weg werd geblokkeerd door een echte douane slagboom. Dit zou dan de Duitse grens moeten zijn. Volgens Sjors tenminste. Achter de slagboom liep de weg weer verder als bospad onder zwaar overhangende boomtakken. Het geheel had veel weg van het bospad uit de Hobbit. Een bospad dat liep naar een duister en onbekend einde. Maar dezelfde weg terugrijden staat niet  op Sjors zijn kaart dus: VOORWAARTS. Diepe voren trekkend door de bagger worstelden ze zich door het bos. Om er uiteindelijk aan de andere kant uit te komen in een keurig nette duidelijk Duitse wijk. Zeker weten dat dit Duistland is. Kijk maar zelfs de grassprietjes groeien de zelfde kant op.

Duitsland werd doorkruist. Plaatselijk snackbars, hier Imbiss geheten, werden getest en goed bevonden. Weer terug in Nederland werd weer de Maas overgestoken. Sjors had leiden met bekwame hand de hele bende naar Aardbeienland. Ja getver in zo’n commerciële gribus ga ik niet naar binnen. Protesteerde Sjimmie. De rest vond dat hij niet zo flauw moest doen. Dit was leuk voor de kinderen. Maar binnen moest zelfs Sjors even slikken. Aardbeienjam, aardbeienlikeur, aardbeienzeep, aardbeienmeisjes. Het wordt je rood voor de ogen. Dit alles wordt dan nog eens opgevrolijkt met aardbeienservies en plasticplanten in plastic terracottapotten. Maar de aardbeien met en zonder slagroom waren heerlijk en de koffie smaakte gewoon naar koffie.Zo was de dag, net als hun maag, toch aardig gevuld. Natuurlijk ging de hele handel die avond vroeg naar bed. Want morgen zouden zij diep het Duitse land insteken om een bijzonder fraai motormuseum te bezichtigen. 

De volgende morgen.

Op tijd uit de veren en een zelf gemaakt ontbijt onder de terrasluifel. Wat een leuke zucht Sjimmie vol afkeer. Sjimmie heeft een ruime voorkeur voor overlevingsomstandigheden bij het kamperen en het roosteren van met de blote handen zelf gevangen konijnen. Dat deed hij vroeger ook. Alleen vergeet hij steeds dat, dat vroeger erg lang geleden is. Maar hij schikt zich in zijn lot om de andere niet af te schrikken, zegt hij. Vlak voor Duisberg vlak naast de E34, welke we natuurlijk niet hebben genomen ligt een aardig motormuseum. Vooral aardig omdat het nu eens niet bestaat uit mooier dan nieuw opgelapte motoren maar er ook een fiks aantal “zo uit opa’s schuur getrokken” exemplaren staat. Bijwijze van spreken met de modder van de laatste rit nog in de velgen. Ook hier weer een aantal nog nooit eerder geziene motoren waaronder een Opel met een geheel met leer bekleden zijspan. Dat in de jaren 30 van de vorige eeuw er al Willie Wortels rond liepen blijkt uit een bijzonder fraai richtingsaanwijzer apparaat. Opgevouwen in een doosje op het stuur bevindt zicht het lampje gemonteerd aan een uitstrek mechaniek dat je in stripverhalen nog al een aantreft maar dan voorzien van een bokshandschoen aan uit eind. Met een druk op de knop schiet de richtingaanwijzer naar buiten om al daar zijn verlichtend werk te doen. Zelfs nu na 70 jaar of meer werkt het nog steeds. Een forse regenbui besluit onze helden zich nog iets meer in de historie der Duitse tweewielers te verdiepen.

Net voor dat de kinderen van Truus zich écht gaan vervelen wordt het droog en kunnen we de terugreis aanvaarden. Pruttel, pruttel knetter knal, omdat de twee historische Čz van de Generaal en Dreutel niet zo’n erg hoge snelheid hebben kan de rit in een ontspannen tempo worden voortgezet. Iets te ontspannen. Net als de maas wordt overgestoken barst er een indrukwekkende regenbui los. Eerst hoopt Sjors nog dat het wel mee zal vallen. Maar helaas de bui houdt aan. Wegen, nekken, schoen en spoelen lopen vol. Vooral dat laatste noopt tot enig onderhoud langs de weg. Om het ergste te ontlopen wordt geschuild onder de overkapping van een benzinestation. Maar ja stilstaan is achter uitgang of zo iets en als het maar blijft hozen besluit Sjors maar met een kortere route naar de camping terug te keren. Dat helpt na een paar kilometer wordt het weer droog en op de camping breekt de zon zelfs weer door. Al schijnt hij dan wel in een koel glasbier. Vooral agent Dreutel wordt nu zenuwachtig zijn plicht roept vindt hij. Later blijkt dat hij gewoon een van de voetbalwedstrijden van Oranje niet wil missen. Wat een zacht ei. Hij had trouwens kunnen blijven want voor de voetbalfans wordt buiten op het terras een TV geïnstalleerd. Natuurlijk niet binnen want dat zou de lekker motor-Rock en Roll sfeer maar bederven. 

Tja na het vertrek van de Generaal en agent Dreutel werd het weer alleen maar beter Zodat Sjors, Sjimmie en Heertje zich nog een paar dagen uitstekend hebben kunnen vermaken. Enkele hoogte punten:

  • Tot verwondering van Sjors betrapt hij de atheïstische Heertje op het opsteken van een kaars in de kerk. Terwijl de gelovige Sjimmie dit ritueel afkeurt.
  • Laat nooit een kasteel ruïne door een restauranthouder opknappen want je krijgt er een bijzonder lelijk buitenterras voor terug.
  • Limburg aan de grens kent meer seksclubs dan Tsjechië hoeren langs de wegen naar Duitsland.
  • Na een ritje met ouwe Čz is het goed om je uitlaten te ontkolen op de snelweg. Met dat rookgordijn wordt je door geen flitspaal betrapt. Zelfs een lasergun komt hier niet door heen.

Nou wil je meer weten dan ga je de volgende keer maar zelf er heen. 

Losballos, en de groeten van Sjors.  
E-mail to; ceesdegroot_cz@yahoo.com

TERUG NAAR INDEX