Werking en problemen bij de VELOREX met de  Dynostarter en startschakelaar 

Bij de VELOREX  is de Dynostart een uitvoering die direct aan de krukas vast zit. De werking van de Dynostart zullen wij technisch niet teveel op ingaan,  maar wel op de werking van de startschakelaar die  bij de VELOREX de meeste startproblemen geeft.  

 Startschakelaar bestaat uit twee delen:

1e gedeelte hoofdstroom voor de dynostart
2e gedeelte is voor het omkeren van de volgorde van de ontsteking  

Hoofdstroom:  
Aansluit klem (B) wordt verbonden met de – pool van de  accu 
Aansluit klem (D) wordt verbonden met (D) van de spanningsregelaar en de (D) klem van de Dynostart. 
Klemmen B & D voeren de spanning van de klemmen  S1 & S2  deze klemmen worden verbonden met kabels naar de  klemmen S1 & S2  op de dynostart (veldwikkeling van de dynostart),  door te duwen  (zie Fig. 1)  of te trekken (zie Fig. 3)  aan de schakelaar, word de stroomrichting in de veldwikkeling (18) omgedraaid met als gevolg, dat de  dynostart links of  rechtsom zal draaien, zodra je de schakelaar weer loslaat zal de hoofdstroomschakelaar weer in de neutrale stand staan (er loopt dan geen stroom meer door de veldwikkeling).  

Omkeren van de ontsteking volgorde:  

Aan het achtergedeelte van de schakelaar zitten links en rechts twee schroefaansluitingen  namelijk 1a  en 1b  en aan de andere kant 1A en 1B. Aan de 1a en 1b zitten de bobine en aan de 1A en 1B  de contact puntjes. Door de schakelaar in te duwen, schuift het contactblokje naar achteren en blijft in die stand staan (in tegenstelling met  de hoofdstroom, die veert terug) en verbind 1a met 1b en 1A met 1B, en de motor zal dan na aanslaan lopen.(fig. 1 en 2). 
Bij het naar voren te trekken  van de schakelaar zal het contactblokje naar voren bewegen en ook weer in die stand blijven staan en de contacten  zijn dan kruislinks met elkaar verbonden  1a met 1B en 1b met 1 A en de motor zal dan na aanslaan de andere kant opdraaien.(fig 3 en  4).  

 Fig.  1 Rechtsom starten en Fig. 2 rechts omdraaien. 
 Fig.  3 Linksom starten en Fig.4 links omdraaien. 

LET OP:    Dynostarter niet langer dan maar een paar seconden laten draaien !!!  

Meest voorkomende problemen: Dynostart  

Aangenomen wordt dat de bedrading goed is aangesloten en de schakelaar en dynostarter goed zijn . 

Draait niet rond met koude motor:
Komt veel voor, het is het gevolg dat dynomotor te weinig kracht heeft, is maar ± ¼ PK  wat voor een vlotte koude start te licht is . 
(opl. helpen met de handstarter). 
Kontakten zijn ingebrand, opschuren of vernieuwen. 

Draait niet of niet vlot rond met warme motor:
 Accu moet goed geladen zijn,
  Bedrading van accu naar schakelaar en dynastart moeten min. 10 mm² zijn,
  Koolborstels moeten goed zijn en het anker schoon, 
  Kontacten zijn ingebrand, opschuren of vernieuwen.

Slaat niet aan in zijn achteruit:
Omkeer schakelblokje blijft niet in de achteruitstand staan. 
Mogelijke oorzaak:  Veertjes in het blokje zijn  de veerkracht kwijt. Vergrendel puntjes zijn versleten in de twee pertinax plaatjes, ( opboren  een nieuw putje maken).

Omkeerschakel blokje blijft wel in de achteruitstand staan . 
Doormeten of er een doorverbinding is, of een onderbreking. 
Mogelijke oorzaak:  Veertjes in het blokje zijn  de veerkracht kwijt. De kruis verbinding is onderbroken in het pertinax plaatje (dat is het plaatje dat uit twee lagen bestaat). 

Rob Post        Maassluis

Dynastart perikelen. 

Bij veel Velorex bezitters is er wat er achter het aansluit blokje van de dynastart gebeurt nog steeds een groot mysterie. Ik zal probeer hier wat duidelijkheid in te brengen.
Dynastart is een combinatie van een Dynamo en een Startmotor.
De Dynastart die in de VELOREX is toegepast is een PAL die direct aan de krukas is bevestigd, hij levert 150 Watt bij 12 Volt (Dynamo) en 0,25 PK  (Startmotor) aan kracht. Over de werking zal ik het misschien een volgende keer hebben.  

Klemmen blokje bevat;

3  M6 klemmen en 3 schroef-klemmen.:

klemmen voor de startmotor;

S1 & S2      Deze zijn van de spoel waarvan de stroomrichting wordt omgedraaid om voor- of achteruit te kunnen starten.

D+             anker

klemmen voor de Dynamo

D+             Stroom/spanning klem voor dynamo met schroefklem  M    

De schroefklemmen 1b & 1a zijn er alleen maar voor een doorverbinding van de contact puntjes verder niets.  

Voor de techneuten onder ons:

Bij losse koolborstels en losse bedrading mag er geen weerstand ( > 12 M.ohn) zijn tussen deze aansluitingen en de metalen behuizing massa !.  
De weerstand tussen S1 & S2 is ± 0,06 ohm  dit zijn de dikke draden.
De weerstand tussen D+ & M is ± 6,0  ohm  dit zijn de dunne draden.
D+
gaat ook naar de twee koolborstels.
Als je een weerstand meet tussen de klemmen naar de mantel van de dynastart of afwijkende waarden meet, is er meesstal koolaanslag aan de binnenkant van de dynastart. Goed schoonmaken is het advies, of koolaanslag bij de koolborstels, ook goed schoonmaken. Het komt ook wel eens voor dat er koolspoortjes zijn ingebrand in het pertinax, vernieuwen is hierbij het advies.

 Het komt veel voor dat de klemmen 1b & 1a  voor de contactpuntjes dat die sluiting maken met het huis, door koolaanslag aan de achterzijde. Er ontstaan dan ook meestal koolspoortjes in het pertinax  ingebrand, vernieuwen is hierbij het advies of de contactpuntjes direct naar de omkeerschakelaar dus  1b & 1a  laten vervallen. ( dit is een veel voorkomende storing!!)

 

Aandachtspunten en onderhoud Dynastart;

Blaas met perslucht en veeg met een kwastje de losse koolstof uit het Dynastarthuis.
Maak de verbinding en de aansluitingen en de isolatie op de condensator en bij de koolborstelhouder goed schoon (vrij van olie en koolstof). Controleer de 4 koolborstels op slijtage; extra aandacht voor de 2 koolborstels met isolatie en ligt de koolborstel gelijk aan de
koolborstelhouder, dan vernieuwen.  Vervang koolborstels na 40.000 km.
Controleer iedere 15.000 km de lengte van de koolborstels en de borstelveerdruk. Het is aan te bevelen na 15.000 km de koolborstelhouder inwendig schoon te maken, de koolborstel en de collector.
Polijst de collector (koper-lamellen) schoon en krab de tussenliggende isolatie voorzichtig schoon.
Voor het demonteren van het anker is een speciale en demontagebout trekker. 
Controleer alle verbindingen op goed contact: maar pas op voor te vast aandraaien en voorkom het afbreken van de pertinax plaat ! Gebruik een puntbektang / steeksleutel om het aansluitpunt vast te houden terwijl de bout wordt aangedraaid.
Controleer de massa-aansluiting van de motor naar de carrosserie-massa.
Rob Post   Maassluis