JAWA.NL

            JAWA       ALTIJD JONG!!
                                   
    DEEL  III
                DÉ GESCHIEDENIS!!
  JAWA 634
  JAWA 638 en de rest
  WAT VOLGT?
  ANDERE MODELLEN
  ZIJSPANNEN
  FABRIEKSONTWIKKELING
  ESO
  VERENIGD PRODUCT!
  JAWA EXPORT
  JAWA OVER DE WERELD
  TECHNISCHE WONDEREN
  JAWA OFF ROAD
  JAWA VOOR DE SIX DAYS
 

JAWA 634

De nieuwe Jawa 634 motorfiets werd gepresenteerd in 1973, onderwijl de produktielijn testend. Jawa's waren altijd al machines voor dagelijks gebruik met een uitstekende handelbaarheid en zonder uitzonderlijke onderhoudseisen. De nieuwe Jawa was gewoon een andere bevestiging van deze kwaliteiten. Het had een nieuw gesloten wiegframe, gelast van ronde buizen, gebaseerd op het welbeproefde enduro ontwerp. Het motorblok was een 2 takt luchtgekoelde 2 cilinder van 343,5 cd (58 x 65), 19 pk (14 kW) vermogen bij 5000 t.p.m., kompressieverhouding 9,2 : 1. Nieuwe bigend en smallend lagering werd er toegepast. Aanvankelijk was de motor niet voorzien van de Oilmaster oliepomp en de half automatische koppeling. Een grote verbetering was de Duplex trommelrem in het voorwiel. De 634 werd onderworpen aan vele vernieuwingen en wijzigingen, het motor vermogen werd verhoogd tot 22 pk (16,2 kW) en een aantal extra accessoires diende voor een verbeterde veilingheid. Het Italiaanse blad, Motociclismo, meldde in die tijd het volgende: "Met het simpele model 634 verschijnend op  onze wegen heeft Jawa een goede slag geslagen. Het is een goede verschijning. In weerwil van de achterband met het groffe Off Road patroon, is de wegligging bij solo gebruik en bij hoge snelheid heel goed. De machine snelle bochten insturen is erg simpel, de motorfiets vertoont niet de geringste neiging om uit het spoor te raken. De motor kan worden gestart met ingeschakelde versnelling en vrijgemaakte koppeling. De uitlaat is aangenaam stil. De koppeling is erg soepel en vooruitstrevend. De resultaten van onze acceleratie test vanuit stilstand over een afstand van 400 meter, kan worden omschreven als goed. Met respekt voor de snelheid, we overschreden de fabrieksopgave, door 128 km/u te bereiken."  Tot zo ver Motociclismo.  

DE 638 EN DE REST

Het model 638 werd gepresenteerd in de zomer van 1984. Het was natuurlijk afgeleid van het voorgaande model, de 634, met name het frame. Het motorblok was helemaal nieuw ontwikkeld. Het is opnieuw een 2 takt luchtgekoelde 344,5 c (58 x 65) 2 cilinder met nu 26 pk (19 kW) vermogen bij 5250 t.p.m. kompressiever­houding 10,2 : 1. De lichtmetalen cilinder had een ingeperste gietijzeren voering. De krukas is gelagerd in 4 lagers, het blok is 7 kg  lichter als zijn voorganger. De 4 versnellingsbak heeft de beproefde half automatische koppeling, bediend door de versnellingspook. In de loop van de produktie werd het model, natuurlijk, verschillende malen gemoderniseerd en geleidelijk uitgerust met extra's, naar keuze van de klanten. Medio 199? (wie weet het precies??) kreeg de 638 een schijfrem en werd nu type 639 genoemd. Daarna kwam de ontwikkeling in een stroomversnelling en kwamen er meerder types in zeer korte tijd. De Jawa 640 had hetzelfde rijwielgedeelte en motorblok, maar een geheel nieuwe styling. Dit type had een geheel nieuw ontworpen tank, buddy, kontje en een stuurkuipje kortom zeer modern voor Tjechische begrippen. Het type 641 is de 640, maar nu met een volle stroomlijn. Nog een trendvolger van Jawa is de Jawa 644 CHOPPER. Wederom is men uitgegaan van het basismodel de 638, maar nu in chopper stijl, met "apehanger" stuur, getrapte buddy, ronde benzinetank. Het leuke van aan aantal van deze "nieuwe" onderdelen is, dat ze helemaal niet nieuw zijn, maar gewoon onderdelen van vroegere types. O.a. de tank van de 559/360, de opbergvakken van de 634, evenals het schermpje voor de tellers op het stuur. Vanaf het begin van de introduktie van de 638, was deze niet leverbaar met Oilmaster, maar sinds 199? (wie weet het precies??) is ook hierin voorzien. De 640 heeft een olietankje achter in het kontje en de 644 heeft gewoon het tankje geleend van de oude 634, kompleet met het kijkglaasje. Wat heet goedkoop produceren?


WAT VOLGT ?

Tot voor kort behielden de Jawa's hun orthodoxe ontwerp, hoewel verschillende komponenten en onderdelen konstant werden verbeterd en aangepast. Deze trend werd hoofdzakelijk ingegeven door de konsumenteneisen. Motorrijders die Jawa kochten, eisten vooral betrouwbaarheid onder alle omstandigheden. Daarom zijn de minimale eisen aan onderhoud en verzorging Jawa's sterke punt. Dit betekent echter niet dat de Jawa mensen niet aan nieuwe ontwerpen dachten. Zo verscheen in 1983 een prototype van een Jawa OHC 2 cilinder boxer met kardan aangedreven achterwiel. Maar het was niet een gangbare zoals b.v. de B.M.W. motorfietsen. Jawa paste een nieuw ontwerp toe, beschermd door patenten in vele landen. De versnellingsbak zat namelijk onder het blok en niet erachter, wat de lengte van het geheel aanzienlijk verkortte. Verder draaide de koppeling in tegengestelde richting als de koppeling, wat de zijwaartse reaktie van het motorblok kompenseerde. Een ander voordeel was het lage zwaartepunt van het motorblok. De nokkenassen werden door een ketting aangedreven, de 2 assige 5 versnellingsbak was gekoppeld aan de motor via een oliebad koppeling. De motor werd gestart door een startmotor.  
 

ANDERE MODELLEN

Iedereen, bekend met het Jawa produktie programma, weet dat niet al de modellen zijn genoemd. Weggelaten zijn hoofdzakelijk die typen, geproduceerd in de tijd van de introduktie van de Swingers. Er werden toen niet alleen 250 en 350 cc motorblokken ingebouwd, maar ook 125, 150 en 175 cc blokken van een andere bekende Tsjecho-Slowaakse motorfiets producent, CZM Strakonice. Deze motorfietsen hadden op hun tank het Jawa/CZ embleem, maar dit waren geen nieuwe types. De bedoeling was de produktie van een verenigde Tsjecho-Slowaakse motorlijn. Maar het idee werd een paar jaar later al weer opgegeven en Jawa bleef Jawa, net als CZ, CZ bleef. Dit gold ook voor de Babetta brommers, welke ook het Jawa embleem droegen. Het was echter niet een Jawa ontwerp, maar zagen het licht in Povarske strojarne in Povarska Bystrica. Tegenwoordig worden de brommertjes geproduceerd door ZVL in Kolarovo. Povarske strojarne maakte in de 70er jaren ook de Jawa 90 Roadster en Cross motoren en in ontwikkeling waren 50 cc modellen, Maar dat was weer een heel ander verhaal.  

ZIJSPANNEN

Sinds het allereerste 500 OHV model verschenen Jawa motoren met zijspannen. Tegenwoordig is het al niet anders. Ook al worden zijspannen niet gemaakt door Jawa, maar door de Velorex Cooperative in Oost Bohemen. Deze onderneming maakte ook de eerder genoemde 3 wielers met Jawa motorblokken. Tegenwoordig maken ze hier hoofdzakelijk zijspannen. Sinds 1957 zijn er meer dan 1/4 miljoen van gemaakt. Velorex is hiermee dus 's werelds tweede grootste zijspan producent. Jawa motoren met zijspannen werden geexporteerd naar vele landen, de zijspannen naar 62 landen. De nieuwste Jawa 350 typen zijn ook geschikt voor een zijspan. Het ontwerp van het laatste model, de Velorex 700, is zeer modern en dankzij de grote vraag kwam sinds 1987 het voorgaande model, de 562, geleidelijk opnieuw in produktie. De Velorex produktie is sinds kort ongeveer 10.000 stuks per jaar.  
 

FABRIEKSONTWIKKELING

Na de Tweede Wereldoorlog en de nationalisatie van de Tsjecho-Slowaakse industrie was de Jawa fabrieks uitrusting zeer modern en werd er een produktie gerealiseerd in de beginjaren 50 van zo'n 60.000 motorfietsen per jaar. Het gaat te ver om alle investeringen, installaties, verbouwingen etc. die hadden plaatsgevonden  te noemen. Een fundamentele verandering vond plaats in 1963. De oude fabriek in Praag-Nusle werd overgenomen door de CKD Polovodice (semi konduktoren) onderneming, zodat de motorfiets produktie in de Green Fox ten einde kwam. Gestopt werd er ook met de produktie van wedstrijdmotoren in Praag-Liben. Wat bleef in de hoofdstad was alleen het Research and Development Centre in Praag-Strasnice, in de vroegere Ogar fabrieksgebouwen. De uitrusting voor de produktie van serie motorfietsen werd verhuisd naar CZM ( Czech Motor Cycle Works:) in Strakonice. Motorblokken voor de Jawa en CZ motoren werden tot op heden (1988), daar gemaakt.

Tynec nad Zasavou  werd de hoofdvestiging. Dit werd ook de plaats waar de direktie haar zetel kreeg.  Hier vond ook de produktie plaats van velgen, tanks, de beplating, machines, lassen en de  spuitwerkplaats alsmede de montagelijn voor de montage van de motorfietsen. Voor de laswerkzaamheden, de spuiterij en de montage  werd gebruik gemaakt van de meest geavanceerde technologie. In Bystrice werden de sturen, de uitlaatpijpen gemaakt, terwijl in Mrac de produktie plaatsvond van de overige motor onderdelen. In Jirikov in Noord Bohemen was een werkplaats, waar niet alleen motor onderdelen werden gemaakt, maar ook andere produkten voor fabrieken in Tynec. In Praag, waar de motorfietsen werden ontwikkeld en waar de wedstrijdmodellen vandaan kwamen waren ook de werkplaatsen waar men uit plastik modellen maakte voor het moederbedrijf. Uniek is de afdeling in Divisov waar de Jawa track motoren worden gemaakt. De oorsprong van deze motoren is een kijk in de geschiedenis waard.

ESO  

De populariteit en het sukses van Jawa in track races dateert van voor de oorlog. Echter, na de oorlog begaf het merk zich niet in de track races en dus werden meestal Britse JAP machines gebruikt. Het was niet zo uitzonderlijk dat sommige rijders suksesvol waren in 2 of 3 takken van de motorsport en dit was ook het geval met Vaclav Stanislav en Jaroslav Simandl, door de wol geverfde oude rotten uit de 30 er jaren. Ze zaten niet stil tijdens de oorlog en hadden elk een aandeel in de ontwikkeling van de nieuwe machines. Geen wonder dat ze terugkeerden naar hun geliefde sport na de oorlog. Hun verhaal, dat vrij onschuldig begon, terwijl ze wachten op een schip in Dover, had grote en nogal onverwachte konsekwenties. De twee keerden terug als deelnemer in de Int. Six Days Trial van Great Britain in 1949. Stanislav had in London een drijfstang gekocht voor zijn speedway JAP, maar was hierover nog niet tevreden.Hij had nog een nokkenas nodig en wilde dat J. Simandl hem het geld hiervoor leende als hij niet voldoende had bij zijn zoektocht door Frankrijk. Simandl zei zijn oude vriend dat hij zich geen zorgen moest maken, omdat hij hem een kompleet nieuwe motor zou maken als ze weer thuis waren. Op hun weg door Frankrijk vonden ze genoeg onderdelen voor een kompleet motorblok. Simandl zwoor dat hij een betere eencilinder zou konstrueren dan de beroemde JAP. Wanneer een kerel een belofte doet, houdt hij zijn woord. Het was echter een hele opgave wat Simandl wilde. Hij maakte zoveel onderdelen dat hij genoeg had voor 8 machines naar Engels voorbeeld. Hij maakte er 4, de andere 4 waren bedoeld voor reserveonderdelen. De motorblokken werden verdeeld tussen de makkers, Stanislav nam de allereerste en inplaats van JAP, had hij "JITHA", de naam van zijn pasgeboren dochter, er op gegraveerd. Rijder Marka wilde op de zijne zijn naam "EMAN" en Holub (tsjechisch voor duif) het symbool van een duif. Simandl hield de vierde machine voor zichzelf. Het leek nu dat de kleine gereedschapsmakers winkel waar Simandl werkte, was ontdaaan van alle machines. Maar het gerucht van de nieuwe motorblokken verspreidde zich al gauw. De Sport Kommissie van de Automobiel Klub in die tijd verzocht Simandl, dat MOTOKOV, de buitenlandse handelsorganisatie, het motorblok wilde tentoonstellen op een show in Sweden en Simandl gaf toe. Hij was bang dat de Zweden liever de voorkeur gaven aan de originele JAP dan aan zijn kopie en dus besloot hij om zijn eigen machine zo te maken dat hij de JAP overtrof. Eigenlijk was het koncept van de Engelse machine al 20 jaar oud. En zo konstrueerde hij een korte slag eencilinder, plaatste een order bij zijn eigen firma om de produktie op zich te nemen, betaalde zichzelf 28000 Kronen ervoor en installeerde het in een roadrace motorframe, welke zijn zoon Jiri ging rijden in roadraces om het blok te testen. De eencilinder bleek een sukses. Latere metingen toonden dat het een vermogen had van 45 pk en dus werd het S-45 genoemd. De eerste 4 speedway machines werden verkocht naar de voormalige DDR, onder de naam ESO, welke naaam op een simpele wijze ontstond. De letter "S" was in rood op de tank geverfd, terwijl Eso, aas betekende in de Tsjechische taal. Dus ESO was snel gevonden. In de werkplaats in Divisov startte de produktie van de trackracer machines in grote series, om op de Europese tracks de JAP motorblokken te verdringen. Simandl had woord gehouden. In de beginjaren 50, toen het bedrijf werd genationaliseerd, werd het een onderdeel van Kovovyroba Vlasim. Jaroslav Simandl bleef de leidende figuur. In januari 1964 werd de fabriek een onderdeel van JAWA. Sindsdien dragen de wereldberoemde track race motoren het JAWA embleem.          


VERENIGD PRODUKT.

Bij de produktie van JAWA motorfietsen werkten veel Tsjechische bedrijven samen en een aantal van hen zijn het waard te worden genoemd. In de eerste plaats was dat CZM Strakonice, welke niet alleen motorblokken maakte, maar o.a. ook voorvorken, wielnaven en kettingen. PAL Magneton Kromeriz, leverde de bobines en kontaktsloten. Motor Ceske Budejovice, karburateurs, brandstofkraantjes en ook de buddyseats. Snelheidsmeters en tellers werden gemaakt bij PAL Kbely en koplampreflektoren, richtingaanwijzers en achterlichten bij Autopal, Novy Jicin. De middenstandaard en andere kleinere onderdelen werden gemaakt bij Metaz in Tynec nad Sazavou. Jiskra in Tabor maakte bougies. Richtingaanwijzers, kontaktpunten en klaxons kwamen van Autobzdy, Hodkovice. De motorfietsen hadden banden van Barum uit Rudy rijen Otrokovice. Verpakkingen voor het transporteren van de motorfietsen werden geleverd door Stredoceske drevarske zavody, papier voor het verpakken van reserveonderdelen door Jihoceske papirny. De JAWA afwerklaklaag kwam van Barvy a laky. De rubberonderdelen werden geproduceerd door Chema Pardubice en Technoplast Chropyne. Perovna Hostivar maakte de schokdempers. We mogen ook niet vergeten dat de metaalproduktie een groot stuk van de motorfiets produktie omvat. De belangrijkste leveranciers zijn Spojene Kladno, Kralovodvorske Zelezarny Kraluv Dvur, Tazirny trub uit Chomutov en Veseli, Vitkovicke Zelezarny, Kablo en vele andere metaalbedrijven. Jawa werkt ook samen met de kooperatie Velorex in Hradec Kralove, met VDI Kyjovan in Kyjov en VDI Otava in Pisek. Veel van hen hebben een goede relatie met Jawa sinds de eerste naoorlogse jaren.


JAWA EXPORT  

Tsjechische motorfietsen werden na de tweede wereldoorlog geexporteerd door een bedrijf met de lange naam Ceskoslovenske zavody kovodelne a strojirenske ( Tsjechische metaal en machine bedrijf), waaruit in 1948  de Kovo Foreign Trade Corporation ontstond. Sinds 1951, worden tot op heden, de exporten verzorgd door Motokov. Eind 1988 had Motokov een rekord aantal van 2373000 Jawa's verkocht in 120 landen in alle delen van de wereld. De grootste klant was de voormalige Sovjet Unie met de in typisch Jawa rood uitgevoerde motorfietsen op de wegen. Natuurlijk, je zult Jawa's vinden in IJsland, Nieuw Zeeland, boven de poolcirkel alswel op de evenaar, op de Canarische Eilanden en in Californie. Jawa verscheen in 1956 zelfs in Tibet, de eerste motorfiets die er ooit rondreed. Toestemming hiervoor was gegeven door de Dalai Lama hemzelf, ter gelegenheid van een Tatra truck expeditie door Azie, bijgestaan door Jawa. Aan de basis van de motorfiets exporten, richtte Motokov een netwerk van zakenpartners op over de hele wereld met welke de firma samenwerkt. De voornaamste van deze was de Oostenrijkste firma Jozef Faber, welke een levendige handel bedreef met Tsjecho-Slowakije.  
 

JAWA OVER DE HELE WERELD

Los van de motorfiets exporten over de hele wereld, begon Jawa ook motorfietsen te fabriceren buiten Tsjecho-Slowakije. Het grootste projekt van produktie onder licentie werd gerealiseerd in India. Eerst werden de Jawa's alleen geexporteerd naar het land. Agent in Delhi was de Baghwandas firma en in Bombay, de Irani company. Midden jaren 50, werden motorfiets importen verboden door de regering van India. Toegestaan was echter wel de assemblage van buitenlandse machines door binnenlandse bedrijven. In die tijd had de Britse fabriek Royal Enfiels een groot belang in de markt, deze motoren werden al jaren geassembleerd in India. Vroeger agent Ruston Irani besloot om motoren onder licentie te produceren en na een marktonderzoek koos hij voor Jawa. Hij wist wat hij kon verwachten van Jawa. Hij had namelijk in september 1951 een publiciteitsreis georganiseerd van twee politiemannen met Jawa motorfietsen naar Tsjecho-Slowakije en deze prestatie werd nog eens herhaald door 3 Indian Jawa's in 1955. En zo verrees er in Musore een nieuwe Jawa motorfietsfabriek. Gemaakt werden de 250's en de Pionier ultra lichtgewichten. Het was op 5 maart 1961, dat de eerste motorfiets de fabriekspoort verliet van de Ideal Jawa Myrore fabriek. Het enige belangrijke verschil met de machines gemaakt door de moedermaatschappij was dat zij gebruik maakten van een ander type ontsteking, om starten onafhankelijk te maken van de konditie van de akku. De eerste direkteur van de fabriek was Rustom Irani's broer Faruk. Jawa motorfietsen werden hier gemaakt totdat het licentie akkoord was afgelopen. Sindsdien worden ze verkocht onder de naam "Yezdi", wat een voortvloeiing is van de Tsjechisch term "Yezdi", wat betekent "rijden of lopen". Per jaar werden er 30.000 Yezdi motorfietsen geproduceerd. Interessant was ook de samenwerking met partners in Turkije, waar Jawa ongeveer 250 dealers had. Hoofdagent was de Oto Celik firma. Er werd besloten om de Jawa 250 te assembleren van geimporteerde komponenten. een bewijs van hun populariteit was ook het feit dat ze werden gekocht door de Turkse post. Eltranco in Egypte assembleerde ook de Jawa motoren van geimporteerde komponenten, hier bedroeg het aantal zo'n 3000 per jaar.  
 

TECHNISCHE WONDEREN

Jawa is zonder twijfel het enige merk dat machines heeft gemaakt in alle takken van de motorsport. Na de tweede wereldoorlog deden Jawa motorfietsen mee in wegraces, motorkrosses, enduro's, trackraces en trials. En bovendien, Jawa rijders verzamelden honderden overwinningen en wonnen vele wereldkampioenschaps titels. Veel van hen werden een legende  in de motorsport. Het is jammer dat de uitstekende machines die zij bereden zijn vergeten. Het waren vaak meer dan ingewikkelde machines in gekompliceerde frames. Een perfekte motorfiets, net als elk ander perfekt ding, heeft het waarmerk van een objekt van kunst.  

JAWA OFF-ROAD

Motorcrosses en enduro's zijn al populair sinds de eerste wedstrijd hiervan en trekken steeds meer toeschouwers. Is het niet prachtig om rijders te zien balanceren op voetsteunen om te zegevieren over natuurlijke objekten, wat te voet niet zo makkelijk gaat. Aanvankelijk waren de wedstrijdmotoren afgeleid van de serieproduktie machines. Het motorblok van de beroemde Springer verscheen in een licht aangepaste vorm en in een beetje aangepast frame in de eerste naoorlogse Six Days. Net als de 250 en 350 bewezen ze zichzelf in de enduro sport en spoedig daarna in de motorcross. Ook dit waren aangepaste seriemachines. Sommige uitvoeringen verschenen met licht metalen cilinders en ingeperste stalen bussen, i.p.v. de gebruikelijke gietijzeren cilinders op de gewone seriemachines. Geleidelijk werd het vermogen van deze machines verhoogd, zodat ze steeds geschikter werden voor het off road werk. Ontwerpers wensten de machines aan te passen aan de specifieke motorcross omstandigheden en zo kwam de eerste rekonstruktie van de 2 takt twin in een "onechte" twin, waarbij de tegengestelde beweging van de zuigers werd veranderd in een parallel beweging. De big ends waren in dezelfde  positie, zodat de motor de eigenschappen verkreeg van een eencilinder, terwijl hij de typische prestaties behield van de 2 cilinder. De volgende logische stap was een 2 takt met een grotere cilinderinhoud, welke al snel de lange slag eencilinder 4 takt verving, welke de faam hadden gewonnen voor de Britse merken. Het lage gewicht van de 250 en hun motor kracht bracht sukses in het juist geintroduceerde motorcross wereldkampioenschap. Door de altijd groeiende eisen wat betreft snelheid en vermogen, moest er een nieuwe weg worden gevonden. Dit draaide uit op een overvierkant 250, een motorfiets met het blok van een grotere boring dan slag. De voorgaande motorblokken waren gebaseerd op het seriemodel met boring x slag van 65 x 75mm, van het nieuwe model waren deze 70 x 64,5mm. Het blok had nog wel de originele versnellingsbak en koppeling. In 1958 bracht het Jawa de kampioenstitel. Jawa probeerde het ook met een 250 cc 4 takt eencilinder, een origineel ontwerp. Op het karter van de twin was en OHC eencilinder gemonteerd, maar het mislukte, vooral door het grotere gewicht en minder vermogen. Een andere stap voorwaarts was het 1963, 2 takt blok, opnieuw bestemd voor off road. De vernieuwing bestond deze keer uit een gloednieuw karter gemaakt uit één stuk, gesloten door zijpanelen. De versnellingsbak was hierin als een geheel gemonteerd. Het ontwerp toonde niet alleen verbeterde stijfheid van de krukas lagering en afdichting van het 2 takt motorblok karter, maar stond ook snelle en gemakkelijke installatie toe. De machine, het was 1963, had een banaanvormig ruggegraat frame en schijfrem op het achterwiel, was een vooruitstrevend model. Het motorblok onderging een aantal rekonstrukties en vernieuwingen door de jaren heen met blokken voor de enduro, alsook in modellen met een lager vermogen, welke er van waren afgeleid. Een fundamenteel nieuw blok was de 400, afgeleid en ontwikkeld van het originele 360 cc enduro blok. Voor de motorcross was het noodzakelijk om de vermogens kromme te verbeteren en het vermogen, speciaal bij lagere toerentallen. Dit leidde in 1966 tot een tot 402 cc vergrootte inhoud, het blok was nu vierkant, 80 x 80mm. De motorblok ontwikkeling bleef doorgaan met het verhogen van de inhoud tot de 500 cc  limiet. Jawa was de eerste in de beginjaren 70. Waar, het was riskant, omdat 2 takten met een grotere inhoud moeilijk te koelen zijn, maar het visioen van hoger vermogen bleef aantrekkelijk en dus sloeg Jawa een nieuwe weg in, zoals zo vaak tevoren. De uitkomst was een 486 cc motorblok, verkregen door een vergrootte boring van 88mm. Uit het grote aantal technische nieuwigheden was het ontwerp van een  vakuumklep extra aandacht waard. De toepassing hiervan was nodig voor het starten van de motor, maar ook het remeffekt bij gebruik hiervan was welkom. De dekompresseur werd bediend door de gashandle terug te draaien bij stationair stand. Het remmend effekt met de dekompresseur was tweemaal zo groot, als zonder het gebruik. Verdere vermogensvergroting werd gerealiseerd door nieuwe konstrukties toe te passen in het blok. In de eerste plaats een roterende inlaat. Vanaf toen begon Jawa zich te koncentreren op enduro treffens en zich terug te trekken uit de motorcrosses. Dus verschenen de roterende uitlaten alleen op de enduro machines.

 

JAWA VOOR DE SIX DAYS

In motorkrosswedstrijden wordt van de motorfietsen verwacht dat ze maximale prestaties leveren  voor een relatief korte tijd en dus is hun levensduur nogal kort. Aan de andere kant, enduro's en speciall de Six Days, vereisten machines welke onder de moeilijkste omstandigheden gedurende 6 dagen en honderden kilometers bleven rijden zonder iets te repareren of te vervangen. Het primaire doel van de Six Days trials was machines te presenteren, welke slechts in lichte mate afweken van de gewone standaard motorfietsen voor de konsument, puur om hun degelijkheid en bertouwbaarheid te bewijzen aan de potentiele koper. In de hele geschiedenis van de Int. Six Days Enduro wonnen de Tsjechische rijders de meeste Wereld trofeen van allen, n.l. 15. Hun eerste sukses was in 1947, met de beroemde Springer, welke triomfeerde. In de jaren die volgden waren de enduro machines gebaseerd op gewone produktie machines, maar later op motorkross blokken. De 250 van 1963 met het karter uit een stuk, verscheen niet alleen in de motorkross, maar ook in de enduro's. Het zelfde konstruktie principe werd gebruikt bij de lichtere machines in die sport. Interessant in de midden jaren 60, was de Jawa 175 enduro, het karter was in de lengte gesplitst, maar miste de cilinder lengte as. ???? Het blok was dusdanig opgehangen in het frame, dat krukas en versnellingsvak konden worden gedemonteerd,  zonder het blok uit het frame te halen. Dit is natuurlijk van onschatbare waarde in de enduro sport. De laatste jaren waren de voorschriften en regelementen voor de Six Days nogal veranderd. Tegenwoordig is het toegestaan om binnen een dagrit een aantal onderdelen te vervangen. Het werd zo van een duurzaamheids en betrouwbaarheids rit meer een zes dagen motorkross. Om sukses te hebben in de Six Days was het nodig om de acceleratie en speciaal de motorkross testen te winnen. Dus moest het motorvermogen omhoog. Deze weg leidde naar klepgestuurde timing. De eerste Jawa in deze uitvoering was de 175 met een klep van eigen ontwerp. De volgende Jawa machines, 125 en 80 cc, waren uitgerust met waterkoeling. Terwijl deze motorfietsen roterende kleppen hadden, verscheen in 1981 een 250 cc Jawa met een schuivende klep achter de cilinder, bestuurd door een drijfstang, afhankelijk van de krukas. Jawa hield langer dan andere merken vast aan de roterende inlaat, toch verdween ook dit systeem de laatste jaren. In het seizoen 1987, verschenen motoren van een geheel nieuw koncept,vooral in de 250 en 500 cc klassen. Het rijwiel gedeelte was aanmerkelijk verbeterd en een nieuwe generatie motorblokken zouden Jawa in de komende jaren naar het sukses voeren. 

 

JAWA  EVERGREEN!!                DEEL I              DEEL II             DEEL III                  TERUG NAAR INDEX